Schepencollege gebruikt gemeentelijk infoblad als propagandakanaal

Laat ons beginnen met een compliment aan de communicatieambtenaar. Die heeft een heel degelijk werkstuk afgeleverd in haar communicatieplan. Het is daarom dubbel jammer dat het schepencollege de eigen ambtenaren in de voet schiet door het infoblad te gebruiken voor platte propaganda.

Het eerste nummer van 2014 was schaamteloos. Het voltallige schepencollege 'sierde' de voorpagina, de burgemeester nam op de 3e pagina een halve bladzijde in beslag met zijn foto en zelfs een hele pagina op de 4e pagina.

Het schepencollege is daarbij niet aan zijn proefstuk toe. Op amper twaalf maanden tijd stonden ze drie keer op de voorpagina. Een onverantwoord misbruik van een gemeentelijke publicatie van algemeen belang. En dat op uw kosten. Dat is ronduit schandalig.

“Wat mogen wij in de volgende edities verwachten?”, vraagt John De Vlaminck zich af. “Zal elke schepen de gelegenheid krijgen om zijn beleid paginabreed te verkondigen? En zal daarbij elke kritiek vanuit de gemeenteraad geweerd worden? Ziet het schepencollege het waardevol infoblad louter als een politiek pamfletje?”

De N-VA wil dergelijke misbruiken onmogelijk maken. We vragen de opmaak van een afsprakennota, een deontologische code of een intern reglement. Dat document kan duidelijk vastleggen wat kan en wat niet kan, en biedt aan elkeen, zowel aan de mandatarissen als aan de administratie, een houvast om de politieke communicatie in onze gemeente op een correcte wijze te laten verlopen.

Geen misbruik, maar volgende maand is het opnieuw prijs!

Volgens het schepencollege is er helemaal geen misbruik. Er komt dan ook geen deontologische code. Volgende maand mag u overigens OCMW-Voorzitter Egbert Lachaert in het groot in uw infoblad verwachten. De man is – niet geheel ontoevallig – ook kandidaat tijdens de volgende verkiezingen op 25 mei. Komt dat even goed uit!

We zullen er ons in elk geval niet bij neerleggen dat het schepencollege ons degelijk infoblad behandelt als een ordinair afkooksel van het bekend communistisch blad Pravda.